Verzamelde gedichten(1970)–J.W.F. Werumeus Buning– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 394] [p. 394] Strofen aan Sapfo In tijd van nood Als ik moet denken hoe Sapfo's woorden Gingen verloren, zo hóge schoonheid, Hoe men in drek de stem van de goden Vond op een potscherf, Zie ik een wereld waarin geen arbeid, Geen werk voor God en de schoonheid baten, Leg ik de doelloze pen uit handen, Krimpt mij de keel dicht, Word ik een man, die noodlot bij 't leven Sloeg met de dood van vrouwen en kinderen; Moedeloos en het leed niet meer dragend Zonk ik ter aarde En waar de eik door den winter geveld lag, Klemde ik den stronk en vergat mijn tranen, Stamelend van pijn zag ik openbaring: 't Groen, van een zaailing. Nimmermeer zullen de zalige goden Onbediend zijn met schoonheids dromen, Eeuwig ruisen de verzen op aarde, Zaad is onsterfelijk. Weinige woorden slechts heeft zij gelaten; Mij genoeg dat ik wijs mocht raken En haar bemin in dezelfde strofe Die zij bemind heeft. Vorige Volgende