Verzamelde gedichten(1970)–J.W.F. Werumeus Buning– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 350] [p. 350] Van het engeltje Engeltje zit op mijn schoot Half te slapen, half verboden Dingen uit het jongst verleden Na te prevelen als gebeden Op de graven van de doden. Goeden morgen, ochtendrood Goeden morgen, ochtendgoud Goeden morgen, ochtendgloren, Ach wat is uw mondje rood. Met haar kleine borsten bloot 't Engeltje zit op mijn schoot Met haar slanke warme benen, Met de hitte van haar schoot. Plotseling is zij verdwenen, Plotseling begrijp ik dat Ik maar wat te dromen zat Als vaak, van wie is verdwenen, Van wie ik nog altijd houd: Goeden morgen, ochtendrood Goeden morgen, ochtendgoud Goeden morgen, ochtendgloren Ach, wat is uw mondje rood. Vorige Volgende