De ernstige roker of Over de mannelijke en waarachtige omgang met het kruid tabak
(1968)–J.W.F. Werumeus Buning–
[pagina 5]
| |
Enige kleine onenigheden met Eva ter inleiding‘Komt, helpt mij dan taback haer loff en eere geven....’ EVA heeft in de loop der eeuwen op de haar eigen beminnelijke wijze ten naaste bij alle mannelijke privilegiën die Adam de zijne mocht noemen tot de hare gemaakt; tot de laatste die ons ontvielen behoren het notariaat, het sigarettenroken en het gebruik der klare genever. Er rest het mannelijke geslacht weinig meer dan de zeevaart, het dragen van snorrebaarden en de omgang met sigaren, en nademaal men reeds in vele gelukkige huwelijken de vrouw een eerste trekje aan de sigaar ziet doen, en haar hoort zeggen, dat het toch eigenlijk geuriger | |
[pagina 6]
| |
smaakt dan een sigaret, (waarna zij het ware tabakskruid met een onschuldig gezicht aan zijn wettige eigenaar teruggeeft) mag men vrezen, dat ook hier onze dagen geteld zijn.... Wat te doen? Het zal bitter weinig baten als men zegt, dat een sigaar de vrouw niet staat, en haar onvrouwelijk maakt. Zoiets hebben de zedemeesters al vergeefs beweerd toen Eva de broek aantrok, en de eerste sigaret rookte in het openbaar, en voor het eerst de lippen zette aan een glas alcoholische drank, bedeeld met de vluchtige oliën van jeneverbessen.Ga naar voetnoot*) Het heeft geen zier, maar dan ook geen zier geholpen; het zal dus geen zier helpen als men verkondigt dat honderdjarige rokende rimpelige zigeunervrouwen en wanstaltig dikke negerinnen duidelijk doen zien hoe slecht een sigaar de vrouw staat. Want bovendien is het niet waar: men ziet op de allerliefste landelijke taferelen, | |
[pagina 7]
| |
waarmede soms de deksels der sigarenkistjes versierd zijn, maar al te vaak beeldschone Indiaansen die pikzwarte sigaren roken - alhoewel deze pikzwarte kleur meer aan het feit ligt dat het tafereel in zwart en wit is uitgevoerd - en zij roken ze sierlijk en met gratie.... Met deze gruwelpropaganda van afschrikwekkende voorbeelden komen wij er dus niet, wij moeten de laatste provinciën van Adamië bekwamer verdedigen. En daartoe moeten wij het karakter van onze tegenstandsters - in deze zaak - zien te doorgronden; voor de veldheer die zijn tegenstander doorgrondt is het verder kinderspel. Welnu: daartoe vraag ik mij af wanneer ik sigaren rook, en wanneer sigaretten. Ik rook sigaretten wanneer ik geen tijd heb of gehaast ben; ik rook een sigaar wanneer ik de tijd heb. Hiermede is eensklaps een der diepste geheimen van het sigarenroken ontsluierd: een goede sigaar - ik heb het niet over een blazertje - vergt tijd. Een sigaret kan | |
[pagina 8]
| |
men altijd roken.Ga naar voetnoot*) En wat is nu de zwakte van de rokende vrouw? Het is dat zij meestal tot de vrouwen behoort die geen tijd hebben, en zeer zeker geen tijd om ernstig te roken. Om een vergelijking te maken met de genoegens die het glas ons biedt: men kan een borrel omslaan, zonder dat men een zonde begaat tegen de goede manieren; maar het pardoes leegdrinken van een goed glas wijn - ik heb het niet over een glas landwijn tegen de dorst - is in hoge mate ongemanierd. En wat ziet men nu: zelfs de vrouw die geen tijd heeft, heeft wel tijd voor haar modiste, zoals zij eertijds de tijd had voor een borduurwerk of een paar uur in de keuken. Zij bezit de gave om uren te praten over een stofje, of een hoedje, of de wijze waarop zij het hoektafeltje links in plaats van rechts en het penantkastje rechts inplaats van links denkt te gaan zetten. Iedere man, die een | |
[pagina 9]
| |
dezer beproevingen meegemaakt heeft, kent voortaan de diepgaande afkeer tegen bezoeken aan modistes, gesprekken over kledingstoffen, en voorstellen ten aanzien van binnenarchitecturale verhuizingen. Ziedaar de oplossing: indien wij de sigaar onder mannen weer eens even ernstig gaan nemen als Eva en haar vriendinnen het modeprobleem, indien wij maar ernstig genoeg spreken over dekblad en Sumatra en Colorado en Flor Fina, even ernstig als zij over opnaadjes en rijgdraadjes en taillelijn, dan zullen zij een even diepgaande afkeer van ernstige bemoeiingen met de sigaar moeten gaan koesteren als wij van het bovenvermelde. Let wel: zij zullen ons met even veel genoegen sigaren zien roken als wij hen kamers zullen zien herstofferen en herfstcostumes dragen. Maar zij zullen zich niet op ons territorium begeven evenmin als wij op het hare en daar gaat het bij de verdediging maar om. Gij zult zeggen, lezer, dat dit een ietwat wazig pleidooi is. Dat is het schijnbaar | |
[pagina 10]
| |
| |
[pagina 11]
| |
ook, een eerste rookwolkje, maar evenwel niet zonder ernstige bedoelingen uitgeblazen. Ik heb voorlopig eigenlijk niets anders willen zeggen dan dat het roken van een sigaar tijd en aandacht vergt; twee dingen waaraan het in deze tijd maar al te vaak hapert. Mocht, in het volgend geschrift, de lezer ertoe gebracht worden zijn sigaar betamelijk en in die zin te roken, dan zou daarvan reeds een heilzame invloed uitgaan. Niet alleen wat de kennis en het genot der sigaren betreft, maar ook omgekeerd: ernstig roken brengt vrede (zie vredespijp). Enfin, hebt gij u ooit een wijsgeer, of iemand die deze tijden lijdzaam trotseert met een sigaret voorgesteld? En wat Eva betreft - wij hebben er haar alleen in betrokken om het probleem aantrekkelijker te maken. Zij zal nimmer sigaren gaan roken, zolang wij waarlijk een zwijgzaam en onverstoorbaar half uur over een sigaar doen, en zij dat verspilde tijd acht; gelijk wij het zo dwaas verspilde tijd achten, | |
[pagina 12]
| |
indien zij - enfin, laat ons er niet nogmaals over beginnen.... Maar indien wij, mannen, de sigaar verwaarlozen, wat wij maar al te vaak doen.... Ik verzeker u dat wij dan ook dit laatste attribuut van mannelijke waardigheid zullen verliezen. Welaan: zet het kistje voor mij. Dicht alstublieft: want de eerste geur van het geopende kistje.... Leg mij de lucifers klaar, zet mij de asbak gereed.... En zowaar ik leef, het eerste wat ik daarin deponeer is het slordige stompje van de sigaar die ik zonder aandacht rookte, terwijl ik dit schreef. Ik heb die sigaar niet ten volle kunnen waarderen, ik heb hem verwaarloosd, omdat ik rookte en schreef tegelijkertijd. Dat is niet goed: men moet eerst schrijven, en dan roken; of omgekeerd. Ik steek dus alvorens het volgend hoofdstuk te beginnen, een verse sigaar op, en overweeg mijn fouten, tijdens deze inleiding gemaakt. | |
[pagina 13]
| |
Ik ga thans waarlijk en waarachtig een sigaar roken, en let eens op welk een verschillen ik zal constateren tussen dit ernstige roken, en het rook blazen dat ik tijdens deze inleiding deed.... ![]() |
|