Woord vooraf
Bij het maken van dit boekje zijn we er van uitgegaan dat Joseph Roth in Nederland, vooral bij de naoorlogse generaties, een vrijwel onbekend auteur is. Voor de groep Roth-liefhebbers, die er gelukkig wel is, is dit boekje niet in de eerste plaats geschreven. Dit deel van het kwartaalschrift De Engelbewaarder is niet meer dan een introduktie tot het leven en werk van Joseph Roth, toegespitst op zijn betrekkingen met Nederland.
De volgende mensen willen wij hier graag bedanken voor hun medewerking. David Bronsen, de Amerikaanse hoogleraar in de germanistiek, die ons het materiaal afstond dat hij in de jaren zestig ook in Nederland verzamelde voor zijn omvangrijke biografie van Joseph Roth. Van alle mensen die hij toen geïnterviewd heeft, konden alleen Maurits Mok en L.P.J. Braat tegenover ons hun indrukken over Joseph Roth nog eens herhalen en aanvullen. Anderen, als Johan Winkler, lieten ons weten niets meer te kunnen toevoegen aan het indertijd meegedeelde.
De heer A.M. Blansjaar, oud-eigenaar van het Eden Hotel te Amsterdam, bracht ons in kontakt met zijn broer A.P.J. Blansjaar, die thans in Australië woont. In een tweetal uitvoerige brieven heeft deze zijn herinneringen aan Joseph Roth opgetekend, waarvan wij dankbaar gebruik hebben gemaakt door hem uitvoerig te citeren. De heer A.L.L.M. Asselbergs, zoon van Anton van Duinkerken, gaf ons toestemming de drie brieven van Joseph Roth die zich in het Van Duinkerken-archief bevinden, hier voor het eerst te publiceren.
Ruud de Ruiter en Menno van der Vliet gaven ons al het materiaal over Joseph Roth dat er, na de ‘opruiming’ van 1940, nog in de archieven van uitgeverij Allert de Lange te vinden is, welwillend ter inzage. Ook zorgden zij voor fotomateriaal, zowel uit eigen archief, als wat zich nog in het bezit van Roth's schoonzuster Hedi Davis in Londen bevindt. Andere foto's zijn afkomstig uit het Leo Baeck Institute in New York, het archief van Kiepenheuer & Witsch, de Gemeentelijke Archiefdienst Amsterdam en de collectie van Louis Putman.
Onze speciale dank gaat uit naar Elisabeth Augustin die ons met haar enthousiasme voor Joseph Roth stimuleerde en die voor dit nummer van De Engelbewaarder zijn feuilleton Ankunft im Hotel vertaalde. De ervaring leert dat ná de publikatie van een boekje als dit, zich nog anderen melden die de schrijver gekend of meegemaakt hebben. Voor aanvullingen of verbeteringen van hun kant, houden wij ons vanzelfsprekend graag aanbevolen.
Amsterdam, december 1979
Koos van Weringh
Toke van Helmond