Hoe de duivel de menschen rooken leerde.
In oude tijden, als de menschen moede waren van hun werk, begonnen zij te bidden. Dit kon de duivel niet verdragen; nu nam hij tabak en een gouwenaar (Goudasche pijp) en naderde, fijn als een heer gekleed, de plaats waar de arbeiders al biddende zaten te rusten. Men vroeg den vreemden heer wat hij deed. - ‘Ik rook’, zeide hij, ‘en wil het u ook leeren; het rooken verdrijft de zorg en moeite’. Hij leerde dan ook het rooken aan de arbeiders, die voortaan niet alleen na volbrachte taak, maar ook onder het zwoegen in het pijpje-smoken verlichting en troost zochten.
M.H.H. Michels.