Een doode die spreekt.
In den omtrek van Venloo, buiten de Sint Laurentiuspoort, woonde een zeer vrome man. Als nu zijne buren over slecht weer pruttelden, zeide hij altoos: ‘Gods weer, goed weer!’
Toen die man begraven werd, was het een weder dat men geen hond zoude buiten gejaagd hebben. Men droeg het lijk ten grave en een der dragers zei: ‘Nu zal hij niet meer spreken van Gods weer, goed weer! want de dooden zijn stom!’ Op eens hoort men eene holle stem uit de kist: ‘Gods weer, goed weer!’ Men opende de kist, maar de doode was en bleef dood.
M.H.H. Michels.