De vuurman te Venloo.
In vroegere tijden wandelde in de omstreken van Venloo, nabij den ondersten Houtmolen, aan de waterkom van Venloo's fontein, alle nachten een vuurman. De bewoners van den omtrek moesten hem alle jaren eene kar zand, een paar blikken schoenen en zeven en een halven stuiver geven. Eens kwam een knecht van den bovensten Houtmolen 's avonds laat uit de stad; aan de waterkom gekomen, zag hij boven op den berg eenen man staan; meenende dat het een kameraad was, bijgenaamd ‘de Dikke’, riep hij: ‘Dikke, geef mij eens wat vuur!’ Nu kwam hem de vuurman na, maar de knecht dreef zijn paard in galop en was juist de schuur binnen van zijnen molen, toen hem de vuurman inhaalde; des morgens echter vond men eene koolzwarte hand op de schuurdeur afgeteekend.
J. Michels.