Noten en aanvullingen.
Bl. 17. H.H. Driekoningen. Als een meisje de boon krijgt, mag zij haren ‘koning’ kiezen (zie Limb. Leg. II, bl. 79). |
Bl. 24. Vastenavond. De bekeerde Tateren te Gronsveld, hielden alsdan (tot in het begin dezer eeuw) een optocht in hun oud zwerverspak; deze optocht wordt nu door eene mommerij vervangen, waarbij de vermomden onthaald worden met het geroep: ‘hê, moor! worre, worre, worre! Men eet aldaar bij deze gelegenheid het zoogenaamd ‘fluwijnenbrood’, geweekte beschuit met eieren erop geklopt, in de pan gebakken, met sniker en kaneel bestrooid.
Te Hoensbroek worden vastenavondsvuren gestookt; op Fakkelzondag (zie bl. 33) verbranden er de jongens een schans tegenover de woningen der meisjes; die Zondag heet er schansfakkelzondag. |
Bl. 38. Wegens het eierkippen op het kerkhof aldaar, wordt Voerendaal wel eens ‘Paasch-Voerendaal’ genoemd. |
Bl. 42. ‘Het is de bronk van Bemelen’ (een zeer klein dorp bij Maastricht) zegt men van een optocht waar weinig volk bij is. |
|
|