Adieu, mijn merel (blij vaarwel). |
Aan de wieg stooten (eens drinken). |
Achter de flesch zitten (ter dege drinken). |
Als ze allen eenen zin hadden, liepen ze ook allen eenen weg. |
Armoede zoekt list. |
Avond er van maken ('t werk staken). |
Adem scheppen (alvorens meer te drinken of meer uit te geven). |
Aanzien doet gedenken. |
Armoede is troef ('t is armoe in de hut, in huis). |
Als niet komt tot iet, kent iet zich zelven niet. |
Aan den dood terughalen (genezen van eene zware ziekte). |
Aan den eersten of laatsten stuiver (herberg). |
Achter ons vergaat de wereld (synoniem met het beruchte woord van Madame De Pompadour: ‘Après nous le déluge’). |
Anders niet meer dan die kar hooi? ('t is niet erg). |
Als het bed het maar niet hoort. (Van iemand die graag slaapt, maar bij geval eens vroeg wil opstaan.) |
Als het goed is moet men het goed laten. |
A noch B kennen. |
Als gij een slag van een ezel krijgt, denk dan maar: het beest is niet wijzer. |
Als men eet, niet veel spreken, zegt Hannes. |
Als de vos de passie preekt, boer, pas op uw ganzen. |
Als er twee vrouwen te zamen komen, wordt allicht een derde over den hekel gehaald. |
Achter 't slot zitten (gevangen). |
Als men zich van voren opknapt, gaat men van achteren lang mee. |
Altijd jeuk hebben (geld te min, honger of dorst te veel). |
Appelen of knollen voor citroenen verkoopen. |
Als de zon schijnt en het regent, dan is het in de hel kermis. |
Als men eenen ouden boom verplant, gaat hij licht dood. |
Als de hemel invalt blijven alle musschen dood (bij opsomming van veel moeielijkheden of beletsels). |
Altijd in den haam zijn (aanhoudend werken). |
Als het hard waait, slapen de varkens het best. |
Als de krib het paard moet nagaan, beteekent het niet veel. |
Alles verdraait, zei Nol, behalve de koestaart, die blijft altoos op dezelfde plaats. |
Alle begin is moeilijk. |
Als de haaien komen zijn de keeren vergeten (of: voorafgedaan, daarna bedacht, heeft menigeen in 't leed gebracht.) |
Als de eene bedelaar den anderen iets geeft, dan lachen de engelen in den hemel. |
Arme lui's hout is gauw houwbaar, rijke lui's kinderen zijn gauw trouwbaar. |
Al te goed is buurmans gek. |
Als men over den hond komt, dan komt men ook over den staart (overwint men de groote moeielijkheden, dan ook allicht de kleine). |
Als de boom is groot, dan is zijn planter dood. |
Als de kat van huize (honk) is, dansen de muizen al op den disch. |
Als de hond weg is, loopen de schapen waar ze willen. |
Als de kinderen hunnen wil krijgen, dan schreeuwen ze niet. |
Als de muis zat is, is het meel bitter. |
Als de kooi klaar is, sterft de vogel. |