Aan mijne Limburgsche medeburgers!
De twee deeltjes mijner Legenden, Sagen, Sprookjes en Volksverhalen van onzen dierbaren geboortegrond, werden door u met algemeene belangstelling ontvangen en vonden zelfs buiten onze Limburgsche grenzen vereerenden bijval.
Hierdoor werd ik aangemoedigd, om ook mijne aanteekeningen en de ingekomen bijdragen over Feesten, Zeden, Gebruiken en Spreekwoorden van dit gewest in orde te brengen.
Aanvankelijk dacht ik de Limburgsche Legenden door bedoelde bijzonderheden te doen vergezellen, maar ik werd van geachte zijde opmerkzaam gemaakt, dat deze onderwerpen in het belang der Geschiedenis en Oudheidkunde van ons gewest, afzonderlijk dienden te worden behandeld, omdat de bewuste Verhalen meer in concreten, de feesten, enz. meer in abstracten zin ten spiegel van het volksleven strekken.
Onder volkomen beaming dezer opmerking, stel ik U, waarde medeburgers, dit nieuw werkje voor, met het bijzonder doel, eene bijdrage te leveren tot bevordering van het Limburgsch-eigenaardig gezellig verkeer en familieleven, door de opgaaf van oude, overgeërfde feestelijkheden, zeden en gebruiken, en van in spreekwijzen vertolkte levenswijsheid onzer voorvaderen.
Van harte dank ik voor de veelzijdige en vriendelijke ondersteuning, en met het vertrouwen, dat mijn vaderlandslievend doelwit, het onvolledige en manke van deze verzameling zal doen over het hoofd zien, groet ik met achting den lezer.
De Verzamelaar.