t'Vermaeck der jeught
(1612)–Boudewijn Jansen Wellens– AuteursrechtvrijBoudewijn Jansen Wellens, 't Vermaeck der ieught. Thomas Lamberts Salwaada, Franeker 1612
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Meertens instituut: 3978 14q Wellens
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van 't Vermaeck der ieught van Boudewijn Jansen Wellens in de eerste druk uit 1612.
redactionele ingrepen
Door het gehele werk zijn koppen tussen vierkante haken toegevoegd.
p. 37: ‘flulchten’ → ‘fluchten’: ‘Nimphe wilt ghy voor my fulchten’.
p. 70: ‘subtijt’ → ‘subtijl’: ‘Op de wyse: Nobel Fransoys// subtijl cortoys’.
p. 70: ‘gheeen’ → ‘gheen’: ‘Certeyn ick vin// in mijnen sin// gheen schoonder creature’.
p. 84: ‘pjinbanck’ → ‘pijnbanck’: ‘Haer aensicht is gheweest, de pijnbanck van u herte’.
p. 110: ‘sterver’ → ‘sterven’: ‘Mijn leven is haer doot. Mijn sterven haer gheneucht’.
p. 112: ‘rack’ → ‘ranck’: ‘Als t’wijngaert ranck’.
p. 115: ‘enyd’’ → ‘eynd’’: ‘Gelijc: in werckings eynd’ verscheyden, s’meesters fame’.
p. 116: ‘heduyret’ → ‘gheduyret’: ‘V lust dan Bruydegom heeft genoech gheduyret’.
p. 118: ‘gars’ → ‘gras’: ‘Buyten de stadt int groene gras, gras, gras’.
p. 127: ‘gbebebt’ → ‘ghebedt’: ‘Betoont sy dat sy u, en u ghebedt versmaet’.
p. 129: ‘nwen’ → ‘uwen’: ‘So hebt ghy selfs een maeght op uwen eyghen schoot’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. 2) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
T’VERMAECK
DER IEVGHT,
Waer in ghvonden worden veel
Schoone Eerlijcke, Amoreuse
Ghesangen, Troudichten, Sonetten,
en andere vermaeckelijcke ghedichten.
by een vergadert,
ende ten dele ghecomponeert,
door.
BOUDEWIIN IANSEN WELLENS.
PHarlingensis Inuentor. Iac. Matham sculp.
Gedruckt t’Franeker, Bij Thomas Lamberts Salwaada. 1612.