[Zwachtel]
ZWACHTEL, z.n., m., des zwachtels, of van den zwachtel; meerv. zwachtels. Verkleinw. zwachteltje. Een smal en lang windsel, waarin jonge kinderen gewikkeld worden, om hunne zwakheid te ondersteunen; om welke reden ten Kate het tot wikkelen en zwak brengt. Ook dergelijk windsel bij de Heelmeesters gebruikelijk, om sommige deelen van het menschelijke ligchaam te omwinden. Een linnen zwachtel. Den zwachtel oprollen. Van hier het volgende: