[Zinteeken]
ZINTEEKEN, z.n., o., des zinteekens, of van het zinteeken; meerv. zinteekenen, zinteekens. Van zin en teeken. Schrijfteeken, om den zin nader aan te duiden, of dien onderscheidenlijk voor te dragen; anders zinscheiding, of zinscheidingteeken: men moet, omduidelijk te zijn, de zinteekenen, zoo wel in het lezen, als in in het schrijven, in acht nemen.