Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 366] [p. 366] [Zielevreugd] ZIELEVREUGD, z.n., vr., der, of van de zielevreugd; zonder meerv. Van ziel en vreugd. De vreugd, of blijde en aangename aandoening der ziel. Vorige Volgende