[Zelfbevlekking]
ZELFBEVLEKKING, z.n., vr., der, of van de zelfbevlekking; zonder meerv. Van zelf en bevlekking. Die soort van onkuischheid, welke men aan zijn eigen ligchaam oefent: de zelfbevlekking is eene bron van ontelbare kwalen. Anders onanie.