Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Zeepen] ZEEPEN, z.n., vr., der, of van de zeepen; meerv. zeepennen. Van zee en pen. Dezen naam geeft men aan een geslacht van plantdieren, dat uit zeven verschillende soorten bestaat: pijlachtige zeepen, sprietachtige zeepen, dradige zeepen, enz. Vorige Volgende