[Zeehertshoren]
ZEEHERTSHOREN, z.n., m., des zeehertshorens, of van den zeehertshoren; zonder meerv. Van zee en hertshoren. Anders zeekantsweegbree. Een slag van weegbree, dat aan den zeekant groeit, en somtijds als salade gegeten wordt: in Westvriesland geeft men aan den zeehertshoren den naam van krokkeling.