[Worstelperk]
WORSTELPERK, z.n., o., des worstelperks, of van het worstelperk; meerv. worstelperken. Van worstelen en perk. Anders worstelplaats. Eene afgeperkte plaats voor het worstelspel: overwinnaar in het Olijmpische worstelperk. In het worstelperk treden, is, oneigenlijk, evenveel welken strijd aanvangen: hij trad tegen mij in het worstelperk.