mels houden. Vond. Van hier woordelijk, Zamenstell.: woordafleiding, woordbuiging, woordenboek, woordenlijst, woordenpraal, woordenrijk, woordenschat, woordenspel, woordenstrijd, woordentwist, woordenvitter, woordenvitting, woordenvitterij, wordenwisseling, woordenzifter, woordgronding, woordhoudend, woordontleding, woordoorspronkelijkheid, woordschikking, woordsmeder, woordspeling, woorduitlating, woordvoeging, enz. Antwoord, bijwoord,
deelwoord, grondwoord, gunstwoord, hulpwoord, jawoord, kunstwoord, koppelwoord, krijgswoord, lapwoord, laschwoord, lasterwoord, lidwoord, lokwoord, naamwoord, scheldwoord, schimpwoord, smaadwoord, spotwoord, spreekwoord, stamwoord, stopwoord, tergwoord, tijdwoord, tooverwoord, vloekwoord, voegwoord, voornaamwoord, vulwoord, wachtwoord, weerwoord, werkwoord, wortelwoord, zegswoord, enz.
Woord, hoogd. wort, eng. word, vries. wud, Ulphil. waurd, is van eenen onzekeren oorsprong.