Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Wisselkans] WISSELKANS, z.n., vr., der, of van dewisselkans; meerv. wisselkansen. Van wisselen en kans. Eene wisselende kans: des oorlogs wisselkans begunstigt hem niet meer. Vorige Volgende