[Willekeurig]
WILLEKEURIG, bijv. n. en bijw., willekeuriger, willekeurigst. Van willekeur, zie ig. Ook willekeurlijk. Door willekeur bestuurd, daarnaar alleen afgemeten: het willekeurig gezag. Welk een willekeurig bedrijf! Uit eigenen wil voortkomende: de beweging der dieren is, gansch anders dan die der planten, willekeurig. Als bijw., naar verkiezing van den wil: de dieren bewegen zich willekeurig. Uit eene grillige verkiezing, die op geene redenen gegrond is: hij handelt daarin zeer willekeurig. Van hier willekeurigheid, willekeuriglijk. Zamenstell.: onwillekeurig, enz.