ver, werving. Zamenstell.: werfhuis, werfofficier, enz. Aanwerven, verwerven, enz.
Werven, hoogd. werben, neders. warben, Ulphil. quairban, Kero, Isid. hwerban, zweed. verfva, is verwant aan wervel, en beteekent eigenlijk ronddraaijen, in eene gestadige beweging, gestadig werkzaam, zijn.