[Welgemaakt]
WELGEMAAKT, bijv. n., welgemaakter, welgemaaktst. Van wel en gemaakt, deelw. van maken, dat, in vereeniging met wel, als bijv. n., wegens schoonheid van gelaat en gestalte gebezigd wordt: welgemaakt van lijf en leden. Welghemaeckt man. Kil.; waar men ook welghemaeckt werck aantreft; zoo als een welgemaakt kleed bij Halma.