[Wegwerken]
WEGWERKEN, bedr. w., gelijkvl. Ik werkte weg. heb weggewerkt. Van weg en werken. Door werkzamen arbeid van zijne plaats brengen, van zich verwijderen, of doen verdwijnen: het laat zich niet wegwerken. Toen ik die denkbeelden weggewerkt had, voltooide ik mijn geschrijf.