[Wegrekenen]
WEGREKENEN, bedr. w., gelijkvl. Ik rekende weg, heb weggerekend. Van weg en rekenen. Onder de asch rekenen: al het vuur was weggerekend. Vries. weirekkenje. Voor weg achten, wordt weg van rekenen afgescheiden: ik heb het reeds weg gerekend.