[Wege]
WEGE, een woordje, dat eigenlijk de daad van wegen, bewegen, schijnt aan te duiden, maar enkel gebruikt wordt in te wege, of te weeg, brengen, in beweging, werkzaamheid, dadelijkheid, brengen, in van wege, dat met wegens verwisseld wordt; zie wegens; en als achterzetsel in van mijnentwege, onzentwege, uwentwege, zijnentwege, harentwege, hunnentwege, waar het aanduidt, dat iets van mij, ons, u, hem, haar en hen, komt: in van ambtswege, enz. of in van 's Koningswege, in den Statenbijbel van 's Konincks wegen, enz., waar wege van het voorafgaand z.n. afgescheiden blijft, maar eveneens betee-