[Wegbliksemen]
WEGBLIKSEMEN, bedr. w., gelijkvl. Ik bliksemde weg, heb weggebliksemd. Van weg en bliksemen. Als met de snelheid en kracht van den bliksem doen verdwijnen: de Pruisische legermagt werd ganschelijk weggebliksemd. In dezen zin ook wel eens wegdonderen. Voorts niet alleen hetzelfde, als dit woord; zie wegdonderen; maar ook door middel van bliksemende blikken doen verdwijnen: hij bliksemde hen met zijne vergramde blikken weg.