Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Wedermoeds] WEDERMOEDS, bijw., oul. gebruikelijk, voor met tegenzin, in 't fr. malgré: seg ik, dat hun ook niet gelust en heeft te liegen, welwetens, wedermoeds. H. de Gr. Vorige Volgende