[Watervloo]
WATERVLOO, z.n., vr., der, of van de watervloo; meerv. watervlooijen. Van water en vloo. Een insektengeslacht, dat uit negen soorten bestaat, waarvan eene den naam van vischluis, en eene den naam van waterluis, voert: de grootste van alle watervlooijen, de Moluksche krab, wordt door de Hollanders meermalen zeeluis genoemd.