Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Watervlies] WATERVLIES, z.n., o., van het watervlies; meerv. watervliezen. Van water en vlies. Een plantengeslacht, tot de wieren behoorende, en uit vijftien verschillende soorten bestaande: genaveld watervlies, darmachtig watervlies, enz. Vorige Volgende