stralen regtstandiger nederdalen, dan op andere. Eene warme kamer is eene, waarin de buitenlucht weinig indringen kan. Voorts gebruikt men warm ook wegens verwarmende kleederen, enz.: die overrok is heelwarm. Als bijw. komt het onder anderen voor, in: zich warm kleeden. Er warm, of warmpjes, inzitten, dat, figuurlijk, welgegoed zijn beteekent. Van hier warmen, warmte. Zamenstell.: bloedwarm, enz.
Warm, hoogd., neders., zweed., eng., Ulphil. ook warm, vries. waarm, Kil. waerm, Notk., Ottfrid. uuarmo, Kero uuaram, aeol. φεϱμος is een zeer oud woord.