[Wargaren]
WARGAREN, z.n., o., des wargarens, of van het wargaren; meerv. wargarens. Van warren en garen. Garen, dat in de war is; en overdragtelijk, evenveel welke verwarde, of ingewikkelde, dingen: het wargaren der staatkunde. Ook een twist-, of verwarringzoekend mensch: hij is altoos een wargaren.