Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Wapenhandel] WAPENHANDEL, z.n., m., des wapenhandels, of van den wapenhandel; zonder meerv. Van wapen en handel. Krijgskunst. Zich in den wapenhandel oefenen. Een volk in den wapenhandel bedreven. Vorige Volgende