[Waargeest]
WAARGEEST, z.n., m., des waargeestes, of van den waargeest; meerv. waargeesten. Verkleinw. waargeestje. Van waren, spoken, en geest. Een spook, en wel de geest van eenen afgestorvenen, welke men, oudstijds, geloofde dat, na de afscheiding van het ligchaam, terug kwam, om in zijne vorige woning, bij zijne bloedverwanten, des nachts te waren, of rusteloos heen en weder te loopen.