[Waardij]
WAARDIJ, z.n., vr., der, of van de waardij; zonder meerv. Het denkbeeld van de deugdelijkheid eener zaak, met betrekking tot den prijs: een uurwerk van groote waardij. Gij zult er de waardij van betalen. Dit is eene zaak, waarvan de waardij naauwlijks is te berekenen. Van geene mindere waardij. Vondel.