voorspoet blussche uw zoete vrientschap uit. Vond. Bewijs van vriendelijke toegenegenheid: vriendschap iemanden doen, goed doen, deught doen. Kil. De eene vriendschap is de andere waardig. Eindelijk geeft men den naam van vriendschap ook wel eens aan iemand, wien men niet wel anders weet te noemen: zeg eens, vriendschap! Van hier vriendschappelijk.
Vriendschap, zweed. frijndskap, neders. fründschap, hoogd. freundschaft, Willer. fruintschefte, vries. freunskip, komt van vriend.