[Vredemaker]
VREDEMAKER, z.n., m., des vredemakers, of van den vredemaker; meerv. vredemakers. Van vrede en maker. Al wie vrede maakt. Boertende noemt men dus de borst van eene zoogende vrouw; en in sommige steden is het een lid van eene vierschaar, die den naam van vredemakerskamer voert, en dus eene anderé waardigheid, dan die van vrederegter, die op kleinere plaatsen alleen het werk van zulk eene kamer doet.