van een blad zamenperst: de eerste vorm is al afgedrukt. Bij de katoendrukkers eene houten plaat met figuren, die op het katoen gedrukt worden. Bij de geschutgieters het houten model van een stuk geschut, dat in klei afgedrukt wordt. Bij de loodgieters soortgelijk een model van dingen, die men gieten wil. Bij de papiermakers een raam, dat met pinsbekken traliewerk aangevuld is, en waarin men de stof voor een vel papier schept, en tot een vel vormt. Van hier vormen. Zamenstell. vormdraaijer, vormsnijder, enz. Geschutvorm kaasvorm, knoopvorm, kogelvorm, menschenvorrem. Vond.
Vorm, hoogd., eng. form, fr. forme, sp., ital forma, komt van het lat forma.