voorstellen. Alle de insettingen ende de rechten, die ick u heden voorstelle. Bijbelv. Bijzonderlijk is iets voorstellen, iets opperen, dat men gaarne gedaan zag: ik stel de benoeming eener commissie voor. Zich iets voorstellen, is, een begrip daarvan vormen: ik stel mij alles derwijze voor. Of het voornemen, besluiten: wij hadden ons voorgesteld, u een bezoek te geven. Zich iemand voorstellen is, zich denzelven verbeelden: ik kan mij dien man nog duidelijk voorstellen, als of ik hem met mijne oogen zag. Van hier voorstel, voorsteller, voorstelling, voorstelster.