[Voorgrond]
VOORGROND, z.n., m., des voorgronds, of van den voorgrond; meerv. voorgronden. Van voor en grond. In een schilderstuk, dat gedeelte van den grond, dat vooraan, en naastaan de grondlinie, ligt: op den voorgrond zag men eenige bekkeneelen, en verdere doodsbeenderen. De voorgrond van een schouwtooneel is dat gedeelte, 't welk het naaste aan de aanschouwers ligt: woedende trad hij op den voorgrond. Overdragtelijk, zegt men wegens elk ding, 't welk men voor en boven andere dingen in aanmerking komen doet, dat men hetzelve op den voorgrond plaatst: om de voordeelen van den vrede des te meer te doen afsteken, plaatste hij al het ijsselijke van den oorlog op den voorgrond van zijn dichtstuk.