Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 437]
| |
hoofdpijn voor. Iets ongegronds, of twijfelbaars, beweren: voorgeeft, datter veel gelegen is. Vond. Het voorgeven, als z.n., is eene verzekering van iets ongegronds, of een voorwendsel. Van hier voorgeefster, voorgever, voorgeving. |
|