Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 432]
| |
Van voor en bout. Een der voorste bouten van eenen vogel, een schaap, enz.: van vlugtig gevogelte verkiest men eenen achterbout boven eenen voorbout. |
|