Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 418] [p. 418] [Volwassen] VOLWASSEN, bijv, n., zonder vergrootings - trappen. Eigenlijk, een deelw. van volwassen, bij Kil. ten volle uitwassen. Volgroeid: een volwassen jongeling. Den hoogen populier aan den volwassen wijngaert huwt. Vond. Vorige Volgende