Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 413]
| |
kwam, ben en heb volkomen. Van vol en komen. Bij Notk. onz., in twee woorden, folle chomen, ergens toe geraken. Bij Kil. bedr., voor voltooijen. Ook voor nakomen, opvolgen: de resolutien van de staaten te volcomen. H.D. Gr. |
|