[Volaarde]
VOLAARDE. z.n., vr., der, of van de, volaarde; zonder meerv. Van vollen en aarde, bij Kil. ook volders aerde. Hoogd. fullererde, fullerde, eng. fullersearth. Witte klei, waarvan de lakenvollers zich bedienen: het laken wordt met volaarde van alle vet en smeerigheid gezuiverd.