[Vijftiende]
VIJFTIENDE, bijv. n., van het telwoord vijftien. Het vijftiende jaar zijner regering; en, met weglating van het z.n.: op den vijftienden der maand. Dit woord luidt in het vries. fieftjiende, eng. fifteenth, Kil. vijftienste, hoogd. funfzehente, Tatian. finftazahente.