[Vijftien]
VIJFTIEN, een telwoord, dat tusschen veertien en zestien staat. Het wordt op zich zelf gebruikt, of bij z.n. gevoegd. In dit geval wordt het, zoo met als zonder lidwoord, niet verbogen: vijftien stuivers. De vijftien Zonen van den Sultan. Ja het blijft veelal onverbogen, al verzwijgt men het z.n., zoo als in: een dier vijftien. Echter zegt men ook: onder ons vijftienen. Bij vijftienen. Deel het in vijftienen. In deze gevallen wordt het woord op zich zelf gerekend te staan, en in: tel er die vijftien nog bij. Van hier vijftiende. Zamenstell.: vijftiendaagsch, vijftienderhande, vijftienderlei, vijftienjarig, vijftienmaal, vijftienmaandig, vijftiental, enz.
Vijftien, vries. fieftjien, eng. fifteen, angels. fiften, neders. foftein, M. Stok. vichtiene, hoogd.