en daar door bevestigen: door het versterken der hoofdstad. Hij versterkte Millo. Bijbelv. Opbeuren, bemoedigen: versterk m' in dezen nood. L.D.S.P. Stijven: het gebeurde versterkte hem in zijn voornemen. Bevestigen: als het Koninckrijcke in sijne hant versterkt was. Bijbelv., waar zich versterken voorts evenveel is, als zich vermannen, in: so versterckte sich Israël ende sat op 't bedde. Eindelijk is versterken bij Kil. onz., sterker worden, in kracht en vermogen toenemen, even als aansterken. Zie sterken. Van hier versterker, versterking. Het deelw. versterkend wordt als bijv. n. gebruikt: de versterkendste middelen bleven krachteloos.