[Verkoren]
VERKOREN, bijv. n., zonder vergrootingstrappen. Eigenlijk, een deelw. van het ongebruikelijke verkieren, verkiezen. Uitgelezen, uitgekipt: de verkorene staatsleden. 't Volk, door hem te voren, tot zijn erf verkoren. L.D.S.P. Wie daartoe verkoren is, dien sal ick tegen haar beslellen. Bijbelv.