[Verklootvegen]
VERKLOOTVEGEN, bedr. w., gelijkvl. Ik verklootveegde, heb verklootveegd. Van het onscheidb. voorz. ver en klootvegen, in Overijssel voor pluimstrijken gebruikelijk (namelijk het kleed vegen, de pluimen daar afstrijken), vleijen. Iets verklootvegen, is, derhalve, het doen of zeggen van iemand aan eenen anderen overbrengen, om bij dezen eenen plasdank te behalen. In Overijssel en Twent zegt men ook klootvagen, verklootvagen.